Verkiezingsprogramma's over: AOW (Algemene Ouderdomswet) en Pensioen

CDA:
Vanwege de stijgende levensverwachting is verhoging van de AOW-leeftijd noodzakelijk; om de arbeidsparticipatie te bevorderen en om voor ons en onze kinderen het pensioen zeker te stellen zonder dat toekomstige generaties met onbetaalbare lasten worden opgezadeld.

De AOW blijft als volksverzekering de basis van het pensioenstelsel waarop Nederlanders kunnen vertrouwen. De verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar geschiedt geleidelijk over een periode van tien jaar; per 2015 naar 65,5 jaar, per 2020 naar 66 jaar, en per 2025 naar 67 jaar. Verhoging van de AOW-leeftijd gaat gepaard met aanpassing van de fiscale facilitering van aanvullende pensioenen (Witteveenkader). Het is aan de sociale partners en niet aan de overheid om aan te geven, welk beroep vanwege zwaarte of onveiligheid op cao-niveau een bijzondere behandeling verdient. De sociale partners zijn heel goed in staat hier afspraken over te maken.

De mogelijkheid om door te werken na het bereiken van de pensioen leeftijd verdient aanmoediging. De wet wordt zodanig aangepast dat dit een aantrekkelijke optie is.

Inzet is het behoud van een toekomstbestendig pensioenstelsel dat een redelijk vooruitzicht biedt op een voorspelbare pensioenprestatie, een defined benefit dat een groot sociaal goed is. Wel staat de financiële houdbaarheid van het stelsel onder druk en is de rek uit het steeds maar verder verhogen van premies. Er moet meer nadruk worden gelegd op de professionele kwaliteit van het bestuur en risicomanagement van pensioenfondsen. Ook het intern toezicht moet worden versterkt. Daarnaast moet de positie en invloed van gepensioneerden op de besluitvorming anders en sterker naar mate zij meer geconfronteerd worden met risico’s in de uitvoering van de pensioenregelingen. Beleggingen van pensioeninstellingen worden openbaar, evenals alle kosten om daarover ook verantwoording in het publieke domein af te leggen. De voorlichting over het daadwerkelijke pensioen wordt verbeterd.
Meer info: CDA-Standpunt over AOW

ChristenUnie:
Mensen leven langer in goede gezondheid. De levensverwachting zal de komende decennia stijgen met zo’n 3,5 jaar. Dat is een zegen. Tegelijkertijd stelt het ons ook voor financiële keuzes.
Langer leven brengt hogere kosten van AOW en pensioenen met zich mee. Om houdbare overheidsfinanciën te garanderen, kiest de ChristenUnie er voor om langer door te werken. Dit is ook mogelijk, omdat onze gezondheid langer op peil blijft. Bovendien past het in een gedachte van solidariteit tussen generaties. De rekening kan niet geheel bij jongeren worden neergelegd. In dat verband wordt er ook een bijdrage van rijkere ouderen gevraagd voor het betaalbaar houden van de AOW. Tegelijkertijd moet er oog zijn voor mensen die niet meer langer door kunnen werken vanwege een zwaar beroep. Zij moeten de mogelijkheid hebben om - door zelf te sparen en gefaciliteerd door de werkgever en overheid - eerder te stoppen. Het AOW-voorstel - zoals dat er oorspronkelijk lag - wordt op onderdelen vereenvoudigd.
Sinds enige jaren worden de AOW-uitkeringen niet meer geheel betaald uit de AOW-premies. In 1997 is de AOW-premie gemaximeerd om te voorkomen dat de premiedruk voor lage inkomens te veel zou oplopen. Als gevolg daarvan wordt de AOW op dit moment al voor een steeds groter deel gefinancierd uit de algemene middelen. De ChristenUnie acht het aanvaardbaar dit automatisme licht versterkt voort te zetten, waarbij de lagere inkomens uiteraard gecompenseerd worden voor de inkomensachteruitgang.
  • De AOW-leeftijd wordt verhoogd naar 67 jaar. Als de ouderenparticipatie hierdoor stijgt, kan de AOW op lange termijn afhankelijk worden van de levensverwachting. De verhoging van de AOW moet met zo min mogelijk schokeffecten gepaard gaan. Daarom wordt vanaf 2015 de AOW-leeftijd de eerste zes jaar met een maand verhoogd, en daarna ieder jaar met twee maanden.
  • De mogelijkheden om van deeltijdpensioen gebruik te maken worden verruimd.
  • Sociale partners maken met elkaar afspraken over de financiering van het mogelijk eerder stoppen met werken voor werknemers met een zwaar beroep. Hiervoor wordt het talentenbudget ingezet. Vanaf 65 jaar kan een werknemer geld uit dit budget opnemen voor eerder stoppen of deeltijdpensioen. Werkgevers kunnen hiertoe bijdragen door een storting in het talentenbudget. Dit is een vorm van goed werkgeverschap inclusief aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Fiscaal wordt sparen in het talentenbudget gefaciliteerd.
  • Ouderen met een inkomen tot modaal - AOW en een redelijk aanvullend pensioen - mogen er door de verdergaande fiscalisering niet op achteruit gaan.
De pensioenfondsen zijn door de crisis in zwaar weer terechtgekomen. De dekkingsgraden
daalden snel en de toekomstbestendigheid van de fondsen is ter discussie komen te staan. De ChristenUnie pleit voor meer deskundigheid in pensioenfondsbesturen, ook om verantwoorde keuzes te maken bij risicovoller beleggen. De pensioenlasten van werkgevers, maar ook van actieven moeten in de hand gehouden worden. Fondsen worden niet gesplitst naar leeftijdscohorten, zodat de solidariteit tussen generaties behouden blijft. Om werknemers meer flexibiliteit te geven wordt het mogelijk om meer eigen keuzes te maken ten aanzien van de pensioenopbouw.
  • Het Witteveen-kader (opbouwpercentage pensioen) wordt gekoppeld aan de AOW-leeftijd.
  • Er komt een bovengrens voor het verplicht sparen voor pensioenen. Wanneer er meer verdiend wordt dan de bovengrens, kunnen werknemers zelf bepalen of ze collectief voor hun pensioen sparen of niet.
  • Arbeidsmigranten kunnen het - tijdens hun arbeid in Nederland opgebouwde - AOW-recht niet meer meenemen bij terugkeer. Wel wordt de betaalde premie uitgekeerd op het moment van terugkeer naar hun thuisland.
  • In de ANW komt geen sollicitatieplicht. Nabestaandenpensioen blijft hiernaast behouden.
De ‘verzilvering’ van de samenleving biedt ook kansen. De ChristenUnie gaat graag de uitdaging aan om de ervaring en de levenswijsheid van oudere mensen dienstbaar te maken aan de samenleving.
Ouderen worden nu vaak vroegtijdig ‘afgeschreven’ op de arbeidsmarkt. Een 60-plusser heeft 3 procent kans nog aan het werk te komen. Terwijl de komende jaren ouderen hard nodig zijn op de arbeidsmarkt. De beelden die over ouderen bestaan, zijn vaak niet terecht. Ze zouden niet productief zijn, vastgeroeste arbeidspatronen hebben en vaak ziek zijn. Tegelijkertijd worden ouderen als betrouwbaar, betrokken en nauwkeurig aangemerkt. Ouderen verdienen respect en waardering voor hun kwaliteiten en de bijdrage die ze hebben geleverd én nog leveren aan de maatschappij. Met goede regelingen kan de inzetbaarheid van ouderen worden ondersteund.
  • Talenten van werknemers – ook ouderen – worden op peil gehouden door permanente scholing, te financieren uit het talentenbudget (zie:arbeidsmarkt en sociale zekerheid).
  • Ondernemingen worden op verzoek ondersteund bij het opstellen van leeftijdsbewust personeelsbeleid, gericht op de inzetbaarheid van (oudere) werknemers.
  • Er komt een betere verankering van het recht op deeltijdpensioen voor ouderen.
  • Alle belemmeringen voor doorwerken na 67 jaar worden weggenomen. Ook het functioneel leeftijdsontslag (FLO) wordt aangepast om langer werken mogelijk te maken.
  • De AOW-partnertoeslag blijft behouden voor zieke, arbeidsongeschikte partners zonder uitkering. Hiertoe wordt een arbeidsdeskundige keuring op eigen verzoek mogelijk (bij een gezinsinkomen van 60.000 euro is er geen recht meer op een AOW-partnertoeslag).
D66:
AOW-leeftijd in 12 jaar naar 67. D66 wil de AOW-leeftijd versneld (met 2 maanden per jaar) verhogen naar 67 jaar en in de verdere toekomst koppelen aan de stijging van de levensverwachting, met gelijktijdig aanpassing van de fiscale behandeling van aanvullende pensioenen. We worden steeds ouder, en dus is het logisch dat mensen langer doorwerken. Bovendien worden de lasten op deze manier meer evenredig over de generaties verdeeld. Het is voor D66 essentieel dat de verhoging van de AOW-leeftijd gepaard gaat met de broodnodige modernisering van de arbeidsmarkt voor ouderen. Vanzelfsprekend hebben we daarbij extra aandacht voor de 50-plusser.

Voor D66 is een goed, betaalbaar, solidair en solide pensioenstelsel van groot belang. Ons aanvullende pensioenstelsel stelt mensen in staat om – naast de AOW – te sparen voor de oude dag. Het Nederlandse stelsel is echter niet toekomstbestendig. Op dit moment is er namelijk niet voldoende geld in kas om in de toekomst de koopkracht van pensioenen te garanderen. Bovendien wordt ons pensioenstelsel gevoeliger voor schokken in de economie omdat er meer gepensioneerden komen en minder werkenden. Ook zorgt de stijgende levensverwachting voor een constante druk op de pensioenfondsen.

D66 vindt dat het stelsel van aanvullende pensioenen moet worden hervormd. Daarbij staat de solidariteit tussen verschillende inkomensgroepen en verschillende generaties centraal. Op dit moment profiteren met name hoge inkomens van de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenpremies. Via de pensioenen vindt dan ook een inkomensoverdracht plaats van lage inkomens naar hoge inkomens. Bovendien maken de fiscale subsidies voor pensioenbesparingen het onaantrekkelijk om te sparen voor andere nuttige doeleinden, zoals scholing en training. Dit vindt D66 ongewenst.

Financiële alfabetisering. Volgens D66 moeten de pensioenfondsen waarmaken wat ze beloven en helder aangeven wat de spaarders wel en niet kunnen verwachten. D66 is een voorstander van het makkelijker overdraagbaar maken van pensioenvorderingen naar andere pensioenfondsen. Daarnaast zou in het onderwijs en via buurtcentra gewerkt moeten worden aan financiële alfabetisering. Loonstrookjes, verzekeringspolissen en
pensioenprognoses zijn voor teveel mensen niet begrijpelijk. Bedrijven moeten worden verplicht de uitleg in simpele bewoordingen ter beschikking te stellen.

Ouderen in pensioenbesturen. D66 wil dat pensioenbesturen divers worden samengesteld. Het bestuur moet een afspiegeling zijn van de deelnemers. Daarom moeten bijvoorbeeld ook ouderen een plek krijgen in alle pensioenbesturen.
GroenLinks:
GroenLinks versterkt de solidariteit tussen generaties door de oudedagsvoorzieningen te moderniseren. Ouderen die over een goed inkomen beschikken gaan op termijn ook AOW-premie betalen. De leeftijd waarop je met pensioen gaat wordt afhankelijk van het aantal jaren dat je hebt gewerkt. Door de AOW te koppelen aan het arbeids-verleden, wordt het pensioenstelsel rechtvaardiger. Mensen die vroeg zijn begonnen met werken, vaak in een zwaar beroep, kunnen vóór hun 65ste met pensioen. Mensen die lang studeren en later op de arbeidsmarkt komen, werken door tot ná hun 65ste. Daarmee blijft de AOW ook in de toekomst betaalbaar.

Er komt een sociale en flexibele AOW. Participatie wordt het uitgangspunt. Iedereen die 45 jaar in de Nederlandse samenleving heeft geparticipeerd heeft recht op een volledige AOW-uitkering. Tegenover dit recht staat een plicht tot participatie. Wie niet wil participeren, omdat hij of zij over voldoende vermogen of andere inkomensbronnen beschikt, bouwt geen AOW meer op. Wie niet kan participeren, door werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of intensieve zorgtaken voor kleine kinderen of zieke naasten, bouwt wel AOW op. De nieuwe AOW geldt alleen voor de jongere generaties, voor mensen die na 1972 zijn geboren. Dat sluit aan bij het streven naar economische zelfstandigheid dat sinds 1990 het uitgangspunt van het overheidsbeleid is geweest voor deze generatie. AOW-rechten die onder het oude systeem zijn opgebouwd worden omgerekend naar een fictief arbeidsverleden en tellen mee voor de nieuwe AOW.Ouderen met een goed inkomen gaan meebetalen aan de AOW. Ouderen met een karig pensioen worden hierbij ontzien en krijgen extra inkomensondersteuning.
Het pensioenstelsel wordt gemoderniseerd:
  1. pensioenregelingen worden flexibeler, met meer ruimte om sneller pensioen op te bouwen aan het begin van de loopbaan;
  2. pensioenfondsen worden gestimuleerd om de toevertrouwde gelden maatschappelijk verantwoord te beleggen;
  3. diversiteit in de besturen van pensioenfondsen wordt gestimuleerd. Daarbij is het vooral nodig om de positie van jongeren te versterken;
  4. het fiscale kader voor pensioenopbouw wordt versoberd en de pensioengrondslag wordt gemaximeerd op een inkomen van anderhalf maal modaal.
PvdA:
Ook in de toekomst willen we goed onderwijs en goede zorg. Nu we allemaal ouder worden en er minder jongeren zijn, zullen we langer moeten doorwerken. Dat kan ook. De AOW leeftijd wordt in 2020 naar 66 jaar verhoogd en in 2025 naar 67 jaar, zodat toekomstige gepensioneerden ruimschoots de tijd hebben zich op deze verandering in te stellen. De fiscaal relevante pensioengerechtigde leeftijd volgt deze verhoging.

De periode tot 2020 benutten we om de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers te verbeteren.
Er komt een mogelijkheid om de AOW-uitkering één tot twee jaar eerder te ontvangen, maar dan wel met korting. Werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van oudere werknemers lopen door tot 67 zodat zij niet tussen het 65e en het 67e levensjaar in de bijstand belanden. Waar nodig komt een overbruggingsuitkering zonder partner- en vermogenstoets. De doorwerkbonus vervalt, maar het recht op langer doorwerken wordt ingevoerd. Het wettelijk leeftijdsontslag verdwijnt.

Voor mensen met een laag inkomen wordt het makkelijker pensioen op te bouwen door de franchise in de fiscale faciliteit budgetneutraal te verlagen. Daarnaast wordt het voor mensen die tot hun 65e doorwerken mogelijk zich op hun 64e te laten keuren op basis van nader te bepalen criteria. Als zij “versleten” blijken, mogen zij stoppen met werken. Dit wordt betaald uit door werkgevers op te richten sectorfondsen, zodat zij gedwongen worden om te voorkomen dat werknemers vroegtijdig verslijten.”

Partij voor de Dieren:
Nu krijgen mensen vanaf hun 65ste AOW. De Part ij voor de Dieren kan instemmen met een zeer geleidelijke verhoging van de AOW-leeft ijd tot 67 jaar. Falend overheidsbeleid, zoals het verzuimen van het vullen van het aangekondigde spaarfonds AOW in de jaren ’90, mag echter niet neergelegd worden bij de oudere werknemers, daarom is een ruime overgangstermijn noodzakelijk.
Standpunten:
Voor mensen die nu 55 jaar of ouder zijn blijft de AOW-leeftijd 65 jaar. Daarna stijgt de AOW-leeftijd jaarlijks met 1 maand. Op die manier gaat de AOW-leeftijd omhoog naar 67 jaar in 2044. Dit levert op termijn een structurele jaarlijkse besparing van € 3,5 mld.
Partij voor Mens en Spirit:
Flexibel AOW-stelsel.
In 2009 is een discussie gevoerd om de pensioengerechtigde leeftijd met twee jaar te verhogen. De kosten van mensen die een AOW-uitkering krijgen, worden betaald door mensen die nu werken. Op dit moment hebben we op iedere 4 mensen in de leeftijd van 20 tot 65 jaar 1 persoon die 65 jaar of ouder is. Over 10 jaar is dit 1 op 3 en in 2040 is dit waarschijnlijk 1 op 2. De kosten van de AOW zijn nu 5% van ons nationaal inkomen. Dat zou betekenen dat de kosten de komende 30 jaar verdubbelen. Om de kosten van de AOW betaalbaar te houden moeten pijnlijke maatregelen worden genomen. Het verlagen van de AOW-uitkering, die nu al weinig is om van te leven, vinden wij niet wenselijk en willen we daarom zoveel mogelijk voorkomen. Het AOW-stelsel kan echter wel op een veel effectievere, flexibelere manier worden ingericht. In plaats van de pensioensgerechtigde leeftijd algemeen te verhogen, heeft het meer zin om langer doorwerken te stimuleren door het bieden van voordelen, zoals deeltijd werken of het oppakken van nieuw, beter passend (vrijwilligers)werk. Dit biedt ouderen de kans om een zinvolle bijdrage te kunnen bieden aan de maatschappij, sociaal betrokken te blijven en te kunnen werken op een tempo en wijze die bij hen past. Oudere werknemers zijn van groot belang in organisaties door hun deskundigheid, ervaring en vaak rustigere aanpak. Ouderen die willen doorwerken moeten daarvoor aantrekkelijke mogelijkheden worden geboden.

Duidelijke en eerlijke pensioenregeling.
Werkende mensen sparen nu voor hun pensioen. De gemiddelde levensverwachting zal ook de komende jaren nog stijgen evenals het aantal ouderen. Dit betekent dat ook de kosten van de aanvullende pensioenverzekering stijgen. De komende jaren stijgen de kosten van deze regeling naar ongeveer 25% van het loon. Over een aantal jaar zal van iedere 4 uur die wordt gewerkt, 1 uur opgaan aan het betalen van pensioenpremie. Dit zullen we onder ogen moeten zien en onze samenleving anders gaan inrichten. Indien ouderen in deeltijd langer werken en jongeren collectief wat minder werken, dan kan men in de privé-sfeer veel voor elkaar betekenen en meer mantelzorg geven.

Ouderen niet langer te duur.
De huidige belastingwetgeving stimuleert bedrijven om gebruik van de beschikbare pensioenpremieregeling te maken. Voor werknemers is de huidige pensioenregeling een slechte regeling. Jongeren beginnen met een tarief van 5% van hun salaris voor hun pensioen. Het tarief voor ouderen is 38%. Mede hierdoor worden oudere werknemers duur en lopen mensen een onnodig hoog risico indien ze op latere leeftijd werkloos worden en dus hun pensioen niet verder op kunnen bouwen. We kunnen beter, evenwichtig verspreid over het arbeidsleven, een pensioen opbouwen dat 70% zal bedragen van het te voorziene laatste loon. Daarnaast hebben grootverdieners vaak gunstiger regelingen dan laagverdieners. Daar moet snel een einde aan komen. De overheid dient een rol te spelen bij het aanbieden van eerlijke pensioenproducten. Volgens Partij voor Mens en Spirit zou een wettelijke norm van 2% tot 4% als vergoeding voor de te maken kosten ingevoerd moeten worden. Ook moeten de verzekeringsmaatschappijen die woeker-pensioenpolissen hebben verkocht, de door hen teveel berekende kosten aan de burgers terugbetalen.
PVV:
De PVV wil het belastingtarief in de tweede schijf met 2 procentpunt verlagen, ook voor AOW’ers.
Geen enkele uitkering naar het buitenland – uitzondering: AOW
(...) de AOWleeftijd blijft op 65 jaar.
De Partij voor de Vrijheid vecht keihard voor behoud van de AOW op 65 jaar. Voor de PVV is de handhaving van deze oudedagsvoorziening het enige breekpunt bij de formatie van een kabinet.

SGP:
De SGP is voor een geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd. Voorwaarde voor deze maatregel is wel dat ouderen een eerlijke kans op werk hebben op de arbeidsmarkt. Over de uitwerking van deze maatregel is de afgelopen maanden veel maatschappelijk debat geweest. De SGP maakt in dat debat heldere keuzes.
Concreet:
  • De AOW-leeftijd wordt geleidelijk (1 maand per jaar) verhoogd naar 67 jaar. Voorwaarde voor deze maatregel is wel dat ouderen een eerlijke kans op werk hebben. Vandaar dat de SGP hier fors in investeert.
  • Alleen als kansen toenemen en groot genoeg zijn, kan de AOW leeftijd omhoog. Anders is de maatregel niet zinvol en niet rechtvaardig. Daarom investeert de SGP fors om langer werken voor ouderen mogelijk te maken. Er wordt stevig ingezet op bijscholing en omscholing. Om mensen met de zogenaamde ‘zware beroepen’ langer te kunnen laten werken, wordt werk gemaakt van sterk verbeterde arbeidsomstandigheden. De sociale partners kunnen daarover nadere afspraken maken bij de CAO-onderhandelingen. Indien nodig zet de SGP extra beleid in om voldoende kansen te realiseren.
  • De premiekorting voor het in dienst houden van een werknemer van 62 jaar of ouder wordt vervangen door een no-riskpolis in de Ziektewet voor oudere werknemers.
  • Voor oudere werknemers wordt er na de WW een loonverzekering (inkomstenverrekening) geïntroduceerd van maximaal 1 jaar bij acceptatie van een baan onder het oude inkomensniveau.
  • Ontslagen werknemers met een arbeidsverleden van tenminste 10 jaar krijgen een individueel trekkingsrecht op scholing.
  • Als de houdbaarheid van de financiën indexering op de levensverwachting nodig maakt, dan zal dat moeten plaatsvinden. Dit heeft echter geen effect voordat rond 2040 de AOW-leeftijd van 67 jaar is bereikt.
  • Als mensen toch kiezen voor een AOW op 65 jaar, dan heeft dat een lagere AOW-uitkering tot gevolg. Als mensen ervoor kiezen om op latere leeftijd met AOW te gaan, dan levert dat een hogere AOW-uitkering op.
  • Momenteel betalen jongeren een groter deel van de AOW dan ouderen. Dit wordt de komende 18 jaar geleidelijk recht getrokken door het fiscale tarief voor ouderen met 1% per jaar te verhogen. Om deze maatregel voor de minima te compenseren, wordt het bruto AOW-bedrag verhoogd.
  • Er vindt geen extra korting plaats op de AOW-partnertoeslag.
De fiscale stimulans voor opbouw van aanvullend pensioen wordt voor inkomens van meer dan 1,5 maal modaal geschrapt voor het deel boven deze grens. Voorwaarde is wel dat er duidelijke afspraken komen over wat mensen over hun pensioenen moeten weten en wat pensioenfondsen moeten aanbieden om te zijner tijd grote nadelige verrassingen te voorkomen.

Werkgevers die een Wajonger in dienst nemen, krijgen loonkostensubsidie in plaats van de huidige voorziening loondispensatie. Voordelen van deze wijziging zijn dat de Wajonger pensioen kan opbouwen, (...).
SP:
De AOW-leeftijd blijft 65 jaar en vervroegd uittreden blijft mogelijk. Mensen krijgen wel het recht om na hun 65e door te werken, met dezelfde rechten en plichten als andere werknemers. We moeten mensen tot 65 jaar aan het werk helpen en aan het werk houden.

De AOW-leeftijd blijft 65 jaar. Dit wordt gefinancierd door een geleidelijke beperking van de hypotheekrenteaftrek. De opbrengst daarvan slaat pas ver na de komende kabinetsperiode neer. Maar het omgekeerde geldt ook voor de hogere kosten bij handhaving van de AOW-leeftijd op 65 jaar.

Besturen van pensioenfondsen bestaan voortaan voor 1/3 uit werknemers, voor 1/3 uit werkgevers en
voor 1/3 uit vertegenwoordigers van gepensioneerden.

Pensioenfondsen gaan ons pensioensgeld niet meer beleggen in kernwapens, landmijnen en clusterbommen. Nederland blijft het voortouw nemen in een internationaal verbod op investeringen in deze wapensystemen. Mede door de inzet van de SP is er een internationaal verbod gekomen op clustermunitie.
Lees ook het SP-rapport (nov 2009): "Verhoging AOW-leeftijd; ongewenst, onnodig en onzinnig"

Trots op Nederland:
De AOW wordt op 65 jaar gehouden, maar men hoeft niet verplicht met pensioen op 65 jarige leeftijd. De AOW blijft betaalbaar door het fors terugdringen van inactiviteit en een structureel hogere economische groei.
VVD:
De belasting op de AOW, de zogenaamde ‘Bosbelasting’, die door het vorige kabinet is ingevoerd wordt teruggedraaid. Mensen die hun hele leven hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan hun oudedagsvoorziening, hoeven daar niet nog eens belasting over te betalen. De doorwerkbonus, die samen met de AOW-belasting werd ingevoerd, gaat van tafel.

Om werken aantrekkelijker te maken worden de uitkeringen gekoppeld aan de prijsontwikkeling in plaats van de loonontwikkeling. De AOW als basis-oudedagsvoorziening wordt van deze koppeling uitgesloten. De VVD wil een welvaartsvaste AOW door vast te houden aan de koppeling met de loonontwikkeling.

De afgelopen periode zijn de voorspellingen rond de levensverwachting snel opgelopen. In 2004 werd nog een stijging tot 2050 voorzien van 2 jaar, recente voorspellingen van het CBS laten zien dat deze stijging van de levensverwachting al dit jaar is gerealiseerd. De invloed van deze snelle stijging van de levensverwachting zal de komende jaren zeer groot zijn. Vooral de pensioenenverplichtingen in ons land zullen met vele tientallen miljarden gaan oplopen. De VVD wil een sterk pensioenstelsel dat op lange termijn voldoende waarborgen biedt voor een duurzaam en betaalbaar pensioen, ook als de
levensverwachting in de toekomst verder zal stijgen. Als we dit stelsel betaalbaar willen houden dan moet een aantal onvermijdelijke aanpassingen worden doorgevoerd.

Allereerst geldt dat voor de AOW. De VVD vindt dat op korte termijn maatregelen moeten worden genomen om de toekomst van de AOW veilig te stellen. Dat doen we niet door de noodzakelijke maatregelen pas over 10 of 15 jaar door te voeren zoals in het voorliggende wetsvoorstel van het vorige kabinet. De VVD stelt daarom voor vanaf 2011 de AOW-leeftijd jaarlijks met twee maanden te verhogen tot een leeftijd van 67 jaar. Deze leeftijd wordt dan bereikt in 2023. Op deze wijze wordt geleidelijk het AOW probleem aangepakt, zonder allerlei ingewikkelde overgangsmaatregelen en uitzonderingen. Een belangrijke uitzondering die de VVD wil toestaan, is voor mensen die op hun 65e al 45 jaar hebben gewerkt.

Alhoewel de aanvullende pensioenen binnen het domein van de sociale partners vallen is de VVD er voorstander van de aanvullende pensioenen te harmoniseren met de aanpassingen in de AOW. De gevolgen van de sterke verhoging van de levensverwachting spelen immers evenzeer voor de aanvullende pensioenen. De recente, omvangrijke aanpassingen door de verschillende pensioenfondsen van hun verplichtingen spreken hierover boekdelen. Dit betekent dat de leeftijd voor aanvullende pensioenen stapsgewijs naar 67 jaar wordt verhoogd. De fiscale behandeling van de premies voor het aanvullende pensioen kan hiermee worden geharmoniseerd. Deze maatregelen leiden via lagere loonkosten voor werknemers tot een betere concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en tot meer koopkracht voor werknemers.

Een groep van werkenden die niet volledig kan profiteren van het collectieve pensioensysteem zijn de zzp’ers. In de huidige wetgeving kunnen zij na uittreding bij een fonds nog kiezen voor 10 jaar vrijwillige aansluiting. Daarvan wordt 3 jaar fiscaal ondersteund. De VVD wil die termijn optrekken tot 10 jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Nieuwere post Oudere post Homepage

De val van kabinet Balkenende IV

De dag na de nacht van
de val van het kabinet:

Europa praat over de val van
het kabinet Balkenende IV:

De vier kabinetten van Balkenende:


Wat zijn de standpunten van de politieke partijen ten aanzien van kernenergie? Hoe staan ze ten opzichte van de WAO? Hoe zijn ze van plan de criminaliteit aan te pakken? Deze en andere onderwerpen zullen hier aan bod komen. Per onderwerp worden de standpunten van alle deelnemende partijen overzichtelijk neergezet.

Wel zo makkelijk om tot een weloverwogen stem te komen bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010!

Het uitpluizen van de verkiezingsprogramma's blijft mensenwerk. Mocht een partij het niet eens zijn met de hier getoonde informatie over een bepaald standpunt omdat er wijzigingen hebben plaatsgevonden of omdat er bepaalde informatie ontbreekt of op een andere wijze incorrect is, neem dan contact met mij op:
partijstandpunten2010@gmail.com

Let op:
Partijen die meedoen met het de verkiezingen en een verkiezingsprogramma hebben maar op dit moment niet in de Tweede Kamer zitten, worden alleen genoemd in een artikel als zij zich over dat betreffende onderwerp uitlaten in hun programma.

Al het gepuzzel, gekopieer en geplak, gebeurt op volledig vrijwillige en onafhankelijke basis. Maar als je me wilt belonen voor dit werk, dan klik je hieronder:


Recent Comments